Het vertalen van boeken is het gedeelte van mijn werk waaraan
ik het meeste plezier beleef. Het is creatief, uitdagend, bevredigend. En ik
doe het niet alleen! Waar boekvertalers vaak eenzame kunstenaars zijn die op
hun spreekwoordelijke zolderkamertje met woorden spelen, doe ik het samen met vriendin en collega Miriam Bunnik. Wij zijn allang overtuigd van de kracht van onze samenwerking, maar
aanvankelijk had de uitgever zo zijn twijfels. Zullen er geen stijlverschillen
ontstaan als er met twee pennen wordt geschreven? We hebben het tegendeel
inmiddels bewezen, maar toch krijgen we nog vaak de vraag: waarom?
Ten eerste: twee weten meer dan één. Wanneer de een
vastloopt, niet op dat ene tongstrelende woord komt of twijfelt over wat er in
het origineel nu precies bedoeld wordt, kan de verse blik van de ander vaak
uitkomst bieden. Ten tweede is het natuurlijk fijn om samen te werken, om
vreugde, spanning en deadlinestress te kunnen delen. Ten derde is onze
samenwerking ons unique selling point.
Omdat wij naast collega’s vooral ook goede vriendinnen zijn, vullen we elkaar
op allerlei vlakken aan.
Maar hoe gaat het nu in zijn werk, zo’n duovertaling? Laat
ik een van onze laatste vertalingen, Jij
bent het kwaad van Roberto Costantini (verschijnt binnenkort) als voorbeeld
nemen. Een dikke thriller, bijna 700 bladzijden, waarin commissaris Balistreri
op zoek gaat naar een seriemoordenaar tegen de achtergrond van de turbulente
ontwikkelingen in de Italiaanse maatschappij. De eerste stap is voor ons altijd
het lezen van het hele boek. Niet alle vertalers doen dit, maar wij vinden het
belangrijk om een indruk te krijgen van de tekst, de stijl, eventuele
vertaalmoeilijkheden enzovoort. Gezien de grote hoeveelheid tekst verdelen wij
het ditmaal in zes delen, die we om en om afzonderlijk vertalen. Vervolgens
lezen we elkaars vertaling, met de originele tekst erbij, en gaan we er met de
digitale rode pen doorheen. Soms is dat even schrikken, want in deze fase zijn
we erg kritisch. Een document ziet er dan soms zo uit:
Als we elkaars vertalingen hebben gelezen en van commentaar
hebben voorzien, kruipen we samen achter de computer. De een leest hardop de
tekst voor, de ander kijkt voor de zekerheid nog even mee in het origineel om
er zeker van te zijn dat we niets zijn vergeten. Tijdens deze redactieslag
werken we zoveel mogelijk opmerkingen weg, maar er blijven er altijd wel
een paar staan. Dat zijn dan soms vertaalproblemen waarover we nog even willen
nadenken, of die we aan een native
willen voorleggen.
Wanneer we alles op die manier hebben doorgenomen, gaan de
geredigeerde vertalingen naar onze moeders, die zo lief zijn om ons werk
kritisch door te lezen en ons te wijzen op taal- en tikfouten of op woorden of
zinnen die zij vreemd of simpelweg niet mooi vinden. Een waardevolle stap in
het proces, ook omdat het als het ware een eerste praktijktest is: wat vindt de
potentiële lezer van het boek?
De laatste stap is voor ons altijd het printen van de gehele
vertaling en hem dan nog eens helemaal lezen. Zo halen we er toch vaak nog
foutjes uit, of komen we alsnog met betere vertaaloplossingen. Onze ervaring is
dat je toch andere dingen opvallen wanneer je een tekst van papier en niet van
een scherm leest.
Wanneer we helemaal tevreden zijn, plakken we de
verschillende delen achter elkaar en halen we lay-outtechnische dingetjes als
dubbele spaties en overbodige witregels uit het document. En dan kan de
vertaling naar de uitgeverij, waar nog heel wat moet gebeuren voordat het boek
daadwerkelijk in de winkels ligt. Maar daarover later een keer meer!
Klik hier voor een overzicht van de door Miriam en mij vertaalde romans.
3 opmerkingen:
Hoi Mara,
Ik heb een link naar je artikel op de WAB-facebookpagina gezet.
Groetjes, Maarten van der Werf
Dank!
En hebben jullie elk specialisaties? De één plantennamen en de andere bloemennamen?
Een reactie posten