Waar Nederlandse
supermarkten in december vol liggen met kerstkransjes en kerststollen, eten
Italianen in de kerstperiode graag een panettone. Een panettone is een luchtig
brood met rozijnen en gekonfijte vruchtjes, in een karakteristieke ronde vorm.
Oorspronkelijk komt de panettone uit Milaan, maar inmiddels wordt hij in heel
Italië gegeten. Over het ontstaan van de panettone doen verschillende verhalen
de ronde, maar het mooist vind ik toch het verhaal waarin de naam panettone
wordt verklaard.
Het is Kerstmis 1495.
Ludovico il Moro, de hertog van Milaan, heeft alle belangrijke mensen van de
stad uitgenodigd op zijn kasteel voor een uitgebreide kerstlunch. Het is bijna
tijd voor het dessert als de kok erachter komt dat hij dat heeft laten
verbranden. Dit kan hem de kop kosten, en de kok is wanhopig. Dan komt Toni,
een keukenhulp die al tijden verliefd is op de dochter van de kok, aanzetten
met een door hem gebakken zoet brood met cederappel en rozijnen. De kok
serveert dit brood in plaats van de verbrande desserts en wacht vol spanning de
reactie van de hertog en zijn gasten af. Gelukkig is iedereen enthousiast, en
sindsdien vieren de Milanezen kerst met il
pan de Toni, het brood van Toni. Natuurlijk trouwt Toni later met de
dochter van de kok en leven zij nog lang en gelukkig.
Se non è vero, è ben trovato, zullen we
maar zeggen, als het niet waar is, is het in elk geval een mooi verhaal. Er wordt in
Italië overigens niet alleen panettone gegeten met Kerstmis. Niet voor niets betekent het Hebreeuwse Bethlehem, de geboorteplek van
Jezus die van het brood zijn belangrijkste symbool maakte, ‘huis van het brood’.
Om die reden vind je pandolce in Genua, pangiallo in Ferrara, panvisco in Bari, panforte in Siena, pancertosino in Bologna en pandoro in
Verona.
Buon Natale!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten